zondag 24 juni 2012

restjes

wat doe je met restjes?

Net zoals bij het koken kan je je hoofd breken over de vraag: 'Wat te doen met de restjes?' 
En net zoals er een fijn woord bestaat voor etensrestjes ('kliekjes'), kent elke breier (of haker) het begrip 'stash'. Een courant Nederlandse vertaling hebben we niet. Letterlijk vertaald betekent het 'geheime opslagplaats'. Dat klinkt veel spannender dan 'restjes', vind ik. Maar dit geheel terzijde.
Het gaat hier om de niet onbelangrijke vraag wat je kan doen met je restjes wol. Dat kunnen echte restjes zijn. Overschotjes van bollen wol die niet opgebruikt werden. Of hele bollen en strengen die je nog ergens hebt liggen en waarvan je niet direct weet of ze voldoende of geschikt zijn voor een nieuw project.
Zelf heb ik jaren geleden kastenvol 'stash' geërfd van wijlen tante Gilberte. Voor mij was dat een geschenk uit de hemel, in tegenstelling tot mijn huisgenoten wiens gezucht en protest luider werd bij elke nieuwe verhuisbeurt. 
Mijn koppigheid is niet voor niets geweest. De restjes van mijn tante Gilberte hebben tot heel wat nieuwe creaties geleid. Die zouden er anders misschien niet gekomen zijn.
Restjes wol passen op het eerste zicht niet bij elkaar. De kleuren, de texturen en de diktes verschillen. Hoe krijg je die wol dan samen in één project?


idee 1: gevlochten restjessjaal

Je kan draden samen haken en vlechten, de éne ketting al wat dunner dan de andere, de éne met glanzende garen, de andere met pluiziger garen. De kettingen kunnen in ton-sur-ton kleuren gehaakt worden of in contrasterende kleuren. Dat hangt af van je inspiratie en de aard van de restjes.
Als je 30 à 40 gehaakte strengen gemaakt hebt (van elk ongeveer drie meter), maak je met alle strengen een grote knoop op zo'n 20 cm van hun bovenkant. Die knoop hecht je vast op een strijkplank, een stoelleuning, een poef, ... Dan begin je te vlechten met de gehaakte strengen. Op een niet geordende maar toch wel evenwichtige manier. Je vlecht telkens met drie strengen die naast elkaar liggen maar je gaat van links naar rechts en terug zodat alle strengen voldoende mee gevlecht worden. 

Als de strengen bijna 'opgevlecht' zijn, maak je zowel onderaan als bovenaan knoopjes van telkens twee strengen (eerst moet je de grote knoop bovenaan er uithalen) om de uiteinden vast te zetten. Je kan eventueel met naald en draad deze knoopjes aan elkaar naaien zodat er geen enkele streng kan loslaten. Tenslotte kan je de losse franjes netjes knippen op gelijke hoogte langs beide kanten en je sjaal is klaar.



idee 2: genaaide restjessjaal


Net zoals bij de sjaal hierboven begin je met lange strengen te haken en te vlechten. Met garens die verschillende structuren, diktes en kleuren hebben. Alles is mogelijk. Bij de sjaal op de foto hieronder zijn er zelfs strengen gehaakt met stofrepen van een oude, zijden rok. Maar anders dan bij de gevlochten sjaal, moet je de strengen naast elkaar leggen en aan elkaar naaien. Als je de strengen zowel bovenaan als onderaan opspant op een houten frame, gaat het naaien een stuk vlotter. Op willekeurige afstanden zijn er ook horizontaal garens geweven tussen de strengen. 
Ook hier zijn tenslotte de bovenste en onderste franjes op gelijke hoogte geknipt. 









1 opmerking:

  1. Dat zijn echt toffe en bruikbare ideeën. In de winter als we verhuisd zijn en alles weer een plaats heeft, ga ik ook eens in mijn restjes duiken. Reden om ze te verhuizen.

    BeantwoordenVerwijderen